De deportatie van de Acadians, een stukje vergeten Canadese cultuur

deportatie van de Acadians

In de Atlantische kustprovincies van Canada is een rijke Acadian-cultuur. Deze afstammelingen van de eerste Franse kolonisten zijn overgebleven na talloze veldslagen met de Engelse kolonisten tijdens de achttiende eeuw. Deze oorlogen liepen destijds zo hoog op dat toen de Engelsen de Fransen hadden verslagen, dit leidde tot de deportatie van de Acadians.

Wie zijn de Acadians?

De Acadians zijn de inwoners van Acadia, de benaming voor het huidige Quebec, New Brunswick en Nova Scotia. Toen de eerste Franse kolonisten in Noord-Amerika kwamen, noemden zij het gebied Acadia. Deze Franse kolonisten waren vooral afkomstig uit delen in Frankrijk, zoals Île-de-France, Normandië, Bretagne, Poitou en Aquitaine.

De Acadians leefden in harmonie samen met de lokale bevolking, waardoor er inmenging plaatsvond tussen de twee verschillende rassen. Acadia vormde een aparte kolonie van de rest van de Franse bezetters en was in feite niet in oorlog met de Engelsen. Bekijk deze video “Wie zijn de Acadians?”

Deportatie van de Acadians

Tijdens de ‘French and Indian War’ in de achttiende eeuw raakten de Acadians en de Engelse troepen in conflict door de veronderstelling dat zij samenspanden met de Franse troepen, ondanks het feit dat de Acadians neutraal waren gebleven. Toch besloten de Engelsen tot de deportatie van de Acadians. Onderweg stierven velen door ziekte en verdrinking.

De deportatie van de Acadians leidde ertoe dat de meesten uiteindelijk terecht kwamen in de Amerikaanse staat Louisiana, nadat ze eerst waren teruggestuurd naar Europa. Later na de vele oorlogen van de negentiende eeuw zijn veel Acadians weer teruggekeerd naar Acadia.

Bij de deportatie van de Acadians joegen de Engelse soldaten de doodsbange burgers op, verdreven ze van hun land en verbrandden hun huizen en gewassen. Het klinkt als een nachtmerrie, maar het is waar wat sommige historie stellen: het was de reinste vorm van genocide.

Eerste periode 1604-1730

De eerste Acadians woonden op het grondgebied van Nova Scotia sinds de oprichting van de nederzetting Port-Royal in 1604. Ze vestigden een kleine, levendige kolonie aan de Bay of Fundy en bouwden dijken om zich te beschermen tegen de enorme getijdenverschillen.

De Acadians werden grotendeels genegeerd door Frankrijk, waardoor zij meer en meer hun eigen cultuur ontwikkelden. Zij leefden vreedzaam met de lokale bevolking van de Mi ‘kmaq, die zich veilig voelden tegenover de Engelse kolonisten, ook toen de soevereiniteit over hun land na 1713 aan Groot-Brittannië werd overgedragen (Verdrag van Utrecht).

Tweede periode 1730-1764

In 1730 eisten de Britse autoriteiten van de Acadians dat ze zich in geen enkel conflict tussen Groot-Brittannië en Frankrijk zouden mengen en neutraal zouden blijven. In de loop der jaren werd de positie van de Acadians in Nova Scotia echter steeds onzekerder. Frankrijk verhoogde de inzet door het grote fort van Louisbourg op Cape Breton Island te bouwen. In 1749 gingen de Engelsen tegen deze dreiging in door een marinebasis in Halifax te vestigen.

In 1751 bouwden de Fransen Fort Beauséjour op de Isthmus van Chignecto, een strategische plek op een landengte, de plaats waar Nova Scotia verbonden is met New Brunswick. De Engelsen bouwden in reactie hierop Fort Lawrence, op slechts korte afstand van Fort Beauséjour.

Terwijl de vorige Britse gouverneurs een oogje hadden toegenepen voor de Acadians, was gouverneur Charles Lawrence bereid om drastische maatregelen te nemen. Hij zag de kwestie met de Acadians als een strikt militaire aangelegenheid.

Nadat Fort Beauséjour in juni 1755 werd veroverd door de Engelse troepen, merkte Lawrence op dat er ongeveer 270 Acadiaanse milities onder de inwoners van het fort waren, ondanks hun beloofde neutraliteit.

Lawrence droeg de Acadiaanse leiders op in Halifax te overleggen en tijdens de ontmoeting droeg hij hen op om zonder voorwaarden trouw te zweren aan de Engelse troon. Toen ze weigerden, zette hij ze gevangen en gaf de order tot deportatie van de Acadians.

Op vrijdag 5 september 1755 beval kolonel John Winslow dat alle mannen van 10 jaar en ouder in het gebied zich moesten verzamelen in de Grand Pré-kerk voor een belangrijke boodschap van Zijne Excellentie, Charles Lawrence, de luitenant-gouverneur van Nova Scotia. De boodschap behelsde grofweg: ”Alle Acadians worden uit het gebied verwijderd en op al het land en bezittingen, inclusief landerijen, vee en gespaard geld wordt beslag gelegd.”

De New Englander, Charles Morris bedacht het plan om op een zondagochtend alle Acadiaanse kerken te omsingelen en op die manier zoveel mogelijk mannen te vangen, de dijken te doorbreken en de huizen en gewassen te verbranden. Tegen de herfst van 1755 waren ongeveer 1.100 Acadians gedeporteerd naar South Carolina, Georgia en Pennsylvania.

Sommige Acadians verzetten zich tegen de deportatie, met name Joseph Beausoleil Brossard. Hij zette een aantal vergeldingsacties op touw tegen de Britse troepen. Hierdoor zijn er vele Acadians ontsnapt naar de bossen, maar de Britten hebben vervolgens vijf jaar lang op hen gejaagd.

Een groep van 1500 Acadians vluchtte naar New France (Nova Scotia), anderen naar Cape Breton Island en de bovenloop van de rivier de Peticodiac. Van de ongeveer 3.100 Acadians die werden gedeporteerd na de val van Louisbourg in 1758, stierven naar schatting 1.649 mensen door verdrinking of ziekte, een sterftecijfer van 53 procent.

Tussen 1755 en 1763 werden in totaal ongeveer 10.000 Acadians gedeporteerd. Ze werden naar vele punten rond de Atlantische Oceaan verscheept. Grote aantallen Acadians werden verscheept naar Engelse koloniën, anderen naar Frankrijk of de Caraïben. Ziekte en honger onderweg op de schepen zorgden dat velen hun bestemming niet eens haalden.

Deportatie Acadians naar Louisiana

Hoewel de Acadians niet door de Britten naar Louisiana werden verscheept, kwamen velen daar wel terecht door de aantrekkingskracht. Er was daar namelijk al een Franse gemeenschap, waardoor er geen taalbarrière was. De cultuur die in de loop der jaren was gesticht staat bekend als de Cajun-cultuur.

Terugkeer naar Acadia

Toen de Acadians na 1764 eindelijk mochten terugkeren, vestigden ze zich ver van hun oude huizen, in St Mary’s Bay, Cheticamp, Cape Breton Island, Prince Edward Island en het noorden en oosten van het huidige New Brunswick.

De migratiestromen na de deportatie van de Acadians gingen door tot in de jaren 1820-1840. Gedurende al die tijd zijn de Acadians trouw gebleven aan hun identiteit. Ook tegenwoordig zijn de afstammelingen van de Acadians nog altijd een trots volk dat graag laat zien dat ze van Acadiaanse afkomst zijn en vol trots jaarlijks National Acadian Day (15 augustus) vieren.

0 Reacties

Geef een reactie

Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met een *

Wij maken gebruik van cookies